In het grote huis werkt Ernest von Fretsen, voorheen magiër en soldaat, en nu is hij butler. Hij heeft goede tijden gekend toen de kolonel nog leefde. Echter na diens dood wordt zijn zus, de Freule Hortensia van Mutswegen tot Domstraten, heel gemeen tegen Ernest. Hij begrijpt er niets van. Van de ene op de andere dag kan hij niets meer goed doen in de ogen van de Freule. Wat is er aan de hand? Is de Freule niet goed geworden soms? Of heeft ze misschien een speciale reden waarom ze Ernest weg wil hebben uit het grote huis. En wie sluipt er toch 's nachts door de gangen van het grote huis?
Een spannend en vrolijk verhaal vol verwarring over mysterie en liefde.
|
|
|